Marten Bosselman van BPEX over de invoering van een pakketvergoeding

Marten Bosselmann, voorzitter van de Bundesverband Paket- und Expresslogistik (BPEX), uit zich over de geplande pakketvergoeding. De Europese Unie plant een pakketvergoeding van 2 euro voor zendingen uit derde landen, zoals China, om de gestegen kosten voor douaneafhandeling en markttoezicht te dekken, die zijn ontstaan door de groeiende online handel met goedkope aanbieders zoals Temu en Shein. De vergoeding moet vooral gelden voor zendingen aan particuliere huishoudens, terwijl voor leveringen aan warenhuizen een verlaagde vergoeding van 50 cent is voorzien.

(Berlijn) Over het huidige debat op EU-niveau over de invoering van een pakketvergoeding voor zendingen uit derde landen, uit Marten Bosselmann, voorzitter van de Bundesverband Paket- und Expresslogistik (BPEX):

Marten Bosselmann

„Het debat in het Europees Parlement over de invoering van een pakketvergoeding voor zendingen uit derde landen en de resolutieaanvraag tonen aan dat het onderwerp van internationale goederenverkeer steeds meer in de politieke focus komt. De pakketsector verwelkomt het dat er op Europees niveau naar oplossingen wordt gezocht om douanecontroles te versterken en eerlijke concurrentie te waarborgen. Als sector maken wij de internationale handel mogelijk en zijn wij een betrouwbare partner voor de douane- en veiligheidsautoriteiten. Nieuwe regels voor de groeiende hoeveelheid zendingen uit derde landen mogen dit niet in gevaar brengen.

 

De efficiënte en robuuste toeleveringsketens van de pakketdiensten zorgen ervoor dat de Europese buiten- en binnenhandel profiteert. Het doel van de EU-maatregelen en de douanereform moet zijn om concrete problemen zoals douanefraude gericht aan te pakken en geen nieuwe handelsbarrières op te bouwen die vooral kleine handelaren en consumenten zouden treffen. Een algemene pakketvergoeding mag bijvoorbeeld niet leiden tot extra bureaucratische en fiscale lasten voor logistieke bedrijven of zelfs taken opleggen die oorspronkelijk onder de verantwoordelijkheid van overheidsinstanties vallen.

 

Duidelijk is voor ons: er moet een uniforme regeling voor alle lidstaten komen. Nationale eenzijdige acties bedreigen de Europese interne markt en leiden tot concurrentievervalsing. Eventuele maatregelen moeten evenredig zijn. Hiervoor zijn duidelijke, navolgbare processen, een goed functionerende digitale infrastructuur en redelijke overgangsperioden noodzakelijk.

 

De besproken maatregelen, zoals een aansprakelijkheid van handelsplatforms voor goederen die niet voldoen aan de EU-normen, zijn een noodzakelijke stap om de interne markt te verbeteren. Handelsbarrières bereiken het tegendeel.”

Titelfoto: © Loginfo24