Finland beschikt over optimale infrastructuur voor eFuel-productie

Met ambitieuze klimaatdoelen en een optimale infrastructuur voor de productie van eFuels positioneert Finland zich als een sleutelspeler in de groene transformatie van Europa. Het land richt zich daarbij vooral op het gebruik van windenergie en natuurlijke hulpbronnen, technologische innovatie en nauwe internationale samenwerking. Met deze inspanningen wil Finland een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van de doelen van het EU-industrieplan voor de Groene Deal.

(Berlijn/Helsinki) Tijdens een netwerk evenement in de Noordse Ambassades in Berlijn bespraken experts de rol van het land in de productie van duurzame brandstoffen en de samenwerking met Duitse bedrijven.

„Alleen door nauwe internationale samenwerking kunnen we de Europese klimaatdoelen bereiken“, zei Juha Peltomäki, Head of Industry Bio & Circular, Invest in Finland bij Business Finland, in zijn toespraak op het netwerk evenement „Leading the way towards affordable eFuel production“ in de Noordse Ambassades op 22 januari. In Finland is wettelijk vastgelegd dat het land al in 2035 klimaatneutraal moet zijn. Een belangrijke bouwsteen voor het behalen van de Finse en Europese doelen is de ontwikkeling en productie van eFuels. „Synthetische brandstoffen zijn een essentiële technologie voor moeilijk te elektrificeren sectoren zoals de luchtvaart“, zei Peltomäki.

Ideale voorwaarden voor eFuel-productie

Finland beschikt op veel manieren al over ideale voorwaarden om de eFuel-productie op industriële schaal te bevorderen. Het land heeft een van de snelst groeiende windenergie-infrastructuren in Europa. Tot 2030 moet de capaciteit verdrievoudigen, wat zorgt voor goedkope en schone stroom voor de eFuel-productie. Bovendien kan het stabiele Finse elektriciteitsnet zelfs grote productielocaties betrouwbaar van stroom voorzien – en dat tegen een concurrerend prijsniveau. Met ongeveer acht cent per kilowattuur staat Finland op de tweede plaats in Europa, direct achter Noorwegen (6 cent, Duitsland: 22 cent). Daar komt bij dat er goede beschikbaarheid is van hulpbronnen voor de waterstofproductie en biogene koolstofbronnen uit duurzame bosbouw. De Finse eFuel-productie profiteert ook van goed ontsloten locaties met bijbehorende logistieke verbindingen en gekwalificeerd personeel met ervaring in de procesindustrie.

Partnerschappen versterken de Europese samenwerking

De samenwerking met bedrijven uit andere landen onderstreept de betekenis van Finland als Europese partner in de energietransitie. INERATEC, producent van synthetische brandstoffen uit Karlsruhe, heeft bijvoorbeeld in 2016 in nauwe samenwerking met het Finse onderzoekscentrum VTT zijn eerste pilotinstallatie in Espoo gebouwd. Samantha Michaux, Business Development Manager bij INERATEC, benadrukt de voordelen van de Finse locatie: „Finland heeft alles wat we nodig hebben – er is groene stroom, CO₂-bronnen en voldoende ruimte.”

eFuels bieden vooral voor de luchtvaart een realistische oplossing om CO₂-emissies te verlagen. De EU-verordening ReFuelEU Aviation eist tot 2050 significante percentages duurzame vliegtuigbrandstoffen. Finland neemt een voortrekkersrol aan: hier worden momenteel verschillende grootschalige projecten ontwikkeld, waaronder de e-methanolinstallatie van Total in Kokkola en installaties van Norsk e-Fuel in Rauma en Imatra. Eerste contracten met internationale luchtvaartmaatschappijen zijn al gesloten.

Langetermijnvisie voor Finland en Europa

Met zijn uitgebreide aanpak voor de uitbreiding van de eFuel-productie volgt Finland een langetermijnvisie: een duurzaam Europa met een aanzienlijk verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Het land richt zich op technologische innovatie, grootschalige infrastructuurprojecten en duurzame hulpbronnen. De huidige uitdagingen op het gebied van economische haalbaarheid en energie-efficiëntie pakt het land aan door schaalvergroting en technologische vooruitgang, om snel concurrerende prijzen voor eFuels te bereiken. Peltomäki benadrukt: „De initiële investeringen zijn noodzakelijk – maar de langetermijnvoordelen voor het milieu en de economie wegen duidelijk zwaarder.”

Foto: © Bernhard Ludewig