Handelskamers willen samenwerking van de Noord-Duitse havens

Het uitdagende concurrentieklimaat van de Noord-Duitse zeehavens vereist volgens de handelskamers van Bremen en Hamburg een sterkere samenwerking tussen de Noord-Duitse havenlocaties. Een gezamenlijke positionering hierover werd vandaag gepresenteerd door Eduard Dubbers-Albrecht, voorzitter van de Handelskamer Bremen – IHK voor Bremen en Bremerhaven, Prof. Norbert Aust, voorzitter van de Handelskamer Hamburg, en de twee algemeen directeuren Dr. Matthias Fonger (Bremen) en Dr. Malte Heyne (Hamburg).

(Bremen/Hamburg) “De Duitse zeehavens moeten door het benutten van synergieën in de harde internationale concurrentie worden versterkt, zodat ze hun centrale functie voor onze exportnatie nog beter kunnen vervullen,” benadrukte Prof. Aust, voorzitter van de Handelskamer Hamburg: “Momenteel ligt de focus van het havenpolitieke debat op een mogelijke samenwerking tussen de twee grote containerterminal-exploitanten Eurogate en HHLA. Dit leidt echter niet noodzakelijk tot een verhoging van de productiviteit; onafhankelijk daarvan moeten de efficiëntieverhogende effecten van de concurrentie worden benut.

Een directe politieke invloed zou een ingreep in markteconomische mechanismen betekenen. Ongeacht dat kunnen de Noord-Duitse havenlocaties hun samenwerking op andere terreinen uitbreiden, bijvoorbeeld door sterker gezamenlijk te lobbyen voor Noord-Duitse infrastructuurprojecten, gezamenlijke marketing van de Noord-Duitse havens en het versterken van de rol van de havens bij de CO2-neutrale richting van de economie.”

Alleen samen marktaandeel terugwinnen

De handelskamers van Bremen en Hamburg zien vooral een urgentie in het verhogen van de efficiëntie en productiviteit, met name bij de overslag, en in het verbeteren van de prijsconcurrentiekracht om al verloren marktaandelen terug te winnen. Eduard Dubbers-Albrecht, voorzitter van de Handelskamer Bremen, zei: “Alleen door gezamenlijke inspanningen kunnen de Noord-Duitse havens in de steeds scherpere concurrentie marktaandelen terugwinnen en werkgelegenheid veiligstellen. Dit omvat dringend maatregelen voor de vergaande automatisering van de processen bij de havenoverslag. Het verlagen van de haventariefkosten is daarbij een belangrijke hefboom voor het verhogen van de concurrentiekracht van de Duitse zeehavens. Bovendien hebben we dringend een ingrijpende hervorming van de heffing van de invoer-btw nodig, naar een echt verrekenmodel naar voorbeeld van onze Europese buren.”

Concurrentienadeel van het planningsrecht

Een beslissende rem zien beide economische vertegenwoordigers in het huidige planningsrecht. “De bouw van infrastructuurprojecten mag geen generatieopdracht worden,” aldus voorzitter Dubbers-Albrecht: “Hier wordt beslist wie de concurrentie wint. Projecten zoals de A20, de A26, de verdere uitbreiding van de spoorinfrastructuur ter versterking van de achterlandverbinding van de havens en de aanpassing van de vaargeulen van de Weser zijn basisvoorwaarden voor de havenlocatie Noord-Duitsland.”

De twee voorzitters benadrukken: “Onze zeehavens vervullen een belangrijke functie voor de buitenlandse handelslocatie Duitsland. Wij verklaren daarom uitdrukkelijk de steun van onze beide handelskamers bij het opstellen van de in het regeerakkoord van de federale regering verankerde ‘Nationale Havenstrategie’.”

Download van het position paper

Fotomontage: © Loginfo24