trans-o-flex ThermoMed creëert capaciteitsreserve voor vaccindistributie
15-03-2021 om 18:53DHL en Formule 1® verlengen meerjarige samenwerking
15-03-2021 om 19:28Juist in coronatijd rijst ook bij geschillen in de logistiek en transport de vraag: hoe krijg je snel een beslissing in het geschil? Arbitrage is een alternatief voor de staatlijke rechtspraak en kan zich onderscheiden door een bijzonder flexibele procedure.
door Thorsten Vogl
(Zürich) Dit, vooral in de huidige situatie waarin reizen en bijeenkomsten onmogelijk zijn, opmerkelijke voordeel, kreeg extra steun door een beslissing van het Oostenrijkse Hooggerechtshof, dat een arbitragehof toestond om een zitting per videoconferentie te beleggen, ook al verzet een partij zich daartegen (Oostenrijks Hooggerechtshof, beschikking van 23 juli 2020, Az. 18 ONc 3/20s). In detail: In januari 2020 had het arbitragehof in het kader van een sinds augustus 2017 aanhangig arbitragegeschil een (fysieke) zitting gepland voor 15 april 2020.
Begin van de zitting aangepast aan het tijdsverschil
Als gevolg van de coronapandemie en na het horen van de partijen besloot het op 8 april 2020 dat in plaats van de fysieke zitting een videoconferentie zou worden gehouden. Aangezien de te horen getuige in Los Angeles woonde, verplaatste het de aanvang van de zitting (oorspronkelijk 10.00 uur) rekening houdend met het tijdsverschil naar 15.00 uur MEZ, wat voor de getuige een aanvangstijd van 6.00 uur ’s ochtends betekende. De arbiters hadden zich verzet tegen de videoconferentie: ze hadden te weinig voorbereidingstijd vanwege de zeer korte termijn van de wijziging. Een aanvang om 6.00 uur voor de in Los Angeles gevestigde vertegenwoordiger was schandalig. Bovendien kon de getuige worden beïnvloed: men kon niet controleren of er andere personen in de kamer aanwezig waren, men wist niet welke documenten de getuige gebruikte; bovendien kon hij onopgemerkt chatberichten ontvangen. Het arbitragehof was dus partijdig, omdat het in strijd handelde met het vereiste van eerlijke behandeling van de partijen en geen maatregelen had genomen tegen de misbruik van invloed op getuigen. Verder onderbouwden ze hun verzoek om partijdigheid met de opmerking dat een van de drie arbiters tijdens de mondelinge behandeling op 15 april 2020, toen de vraag van partijdigheid werd besproken, met zijn ogen rolde tijdens de uiteenzettingen van de advocate van de arbiters. Het Hooggerechtshof wees het verzoek om partijdigheid af met juiste argumenten: - De zitting was al lang van tevoren gepland; de arbiters hadden dus voldoende tijd om zich voor te bereiden.
Voorbereiding niet belemmerd
Dat er een korte termijn wijziging plaatsvond, belemmerde hen dus niet in de voorbereiding. De afwijzing van een verzoek om uitstel rechtvaardigt niet de bezorgdheid over partijdigheid. Het ligt in de aard van de zaak dat degene die zo’n verzoek indient, een groter belang heeft bij uitstel dan de tegenpartij. Echter, bij afwijzing van het verzoek wordt er geen ongelijkheid geaccepteerd, aangezien de arbiters geen substantieel bewijs hebben geleverd voor de verhindering van de getuige, maar slechts algemeen verwezen naar zijn werkbelasting in het kader van het verplaatsen van culturele evenementen als gevolg van de COVID-pandemie. In dit kader was bovendien de vroege hoorzitting voordelig, omdat de getuige zich daardoor al in de loop van de ochtend weer aan zijn werk kon wijden. 2 - De vroege aanvangstijd kan ook niet als oneerlijke behandeling worden beschouwd, aangezien de zitting vanwege het tijdsverschil noodzakelijkerwijs voor een van de partijen in de randtijden van de dag plaatsvindt. Bovendien moet het voordeel worden gewaardeerd dat er geen vermoeiende, tijdrovende en kostbare reis van Los Angeles naar Wenen nodig is. - Het gebruik van videoconferentietechnologie is, zoals de rechtbank met verwijzing naar literatuur en jurisprudentie verder uiteenzet, (in Oostenrijk) wijdverbreid, wat ook invloed heeft op het arbitrage recht. Juist de COVID-19-pandemie heeft het toepassingsgebied van videoconferenties verder uitgebreid.
Wereldwijd erkende videoconferentietechnologie
Aangezien de rechtbank met WebEx een wereldwijd erkende en wijdverbreide videoconferentietechnologie heeft gebruikt, is er geen schending van art. 6 EVRM, want deze bepaling garandeert niet alleen het recht op een eerlijk proces, maar ook het recht op toegang tot de rechter, waarmee ook het recht op effectieve rechtsbescherming is verbonden. Videoconferenties leiden tot kosten- en tijdsbesparingen, bevorderen daarmee de rechtsbescherming en waarborgen tegelijkertijd het recht op een eerlijk proces. Dit geldt vooral bij een dreigende stilstand van de rechtspleging. Bovendien kan de door de arbiters aangevoerde beïnvloeding van getuigen ook bij fysieke zittingen niet volledig worden uitgesloten, hetzij door moderne technologie, hetzij door traditionele afspraken en voorafgaande informatie aan de getuige. Videoconferenties bieden bovendien efficiënte controle mogelijkheden: frontale en nabij observatie, opname van de verhoor, directe blik in de camera om het lezen van chatberichten op het scherm te vermijden, mogelijkheid voor de getuige om de kamer met de camera uit te zwaaien en zijn handen altijd zichtbaar te houden.
Al met al kan de beslissing om een videoconferentie te beleggen, ook tegen de wil van een partij, geen bezorgdheid over de partijdigheid van het arbitragehof rechtvaardigen. - Wat betreft de mimiek van een van de drie arbiters merkte de rechtbank op dat zelfs als men het oogrollen als afkeuring van de juridische uitspraken beschouwt, dit niet betekent dat hij daardoor niet objectief over de zaak zal beslissen. - Ook een totaalbeeld van de eerder genoemde afzonderlijke omstandigheden leidt niet tot de vrees dat de rechtbank niet objectief zal beslissen. Opmerking De beslissing van het Oostenrijkse OGH biedt een betrouwbare richtlijn voor de beslissing van videoconferenties door arbitragehoven, ook wat betreft de omgang met verschillende tijdzones en de strategieën om beïnvloeding van getuigen te vermijden.
Videoconferentie schendt geen recht op een eerlijk proces
Aangezien wordt vastgesteld dat de beslissing om een videoconferentie te beleggen, ook tegen de wil van een partij, noch het recht op een eerlijk proces, noch het recht op een eerlijk proces schendt, kan de uitvoering van een dergelijke zitting er niet toe leiden dat het arbitrale vonnis wordt vernietigd of dat arbiters kunnen worden afgewezen. Dat het OGH wijst op de kostenbesparing door videoconferenties (geen reiskosten, afwezigheidsvergoedingen etc!), is vooral interessant voor KMO’s: bij deze gaat het vaak om lagere geschilwaarden. “Klassieke” arbitrageprocedures met hun overvloedige kosten zijn voor deze groep daarom denkbaar ongepast. Wil men een interessant aanbod voor deze groep, die in het arbitragegebied tot nu toe slechts een zwakke rol speelt, is het absoluut noodzakelijk om te focussen op dergelijke “kostenbesparende” factoren. In dit verband is de SGO - Ständige Schweizerische Schiedsgerichtsorganisation - een pionier. Deze is door de heer prof. dr. dr. Hans Giger specifiek opgericht met de focus op KMO’s.
Ook anderszins is er sprake van een groeiend belang van videoconferenties in het kader van arbitrageprocedures. Zo heeft de ICC in haar nieuwe arbitrage regels, die op 01.01.2021 in werking zijn getreden, de mogelijkheid voor het arbitragehof om videoconferenties te voorzien, opgenomen (zie art. 26 lid 1). Als deze regels zijn overeengekomen, kan worden aangenomen dat de partijen instemmen met de uitvoering van videoconferenties. 3 Overigens moet nog worden opgemerkt dat het International Council for Commercial Arbitration een onderzoeksproject “Bestaat er een recht op een fysieke zitting?” heeft opgezet; het resultaat van de enquête zal spannend zijn!
https://www.arbitration-icca.org/introducing-does-right-physical-hearing-exist-international-arbitration-and-calling-contributions
Thorsten Vogl. Ass.iur - Associate
Lid van de raad van de Ständige Schweizerische Schiedsgerichtsorganisation (SGO) Zürich. Ere-lid van de Association pour l’unification du droit en Afrique (UNIDA), Parijs. Redacteur van de Zeitschrift Strassenverkehr/Circulation routière. Specialisatie in transportrecht en supply chain recht. https://www.gsl-group.ch/de




Thorsten Vogl. Ass.iur - Associate

